- bar
- n. stang; tralie; tussenschot; wegversperring; salon; bar--------prep. zonder; behalve---------v. op slot doen, sluiten; versperrenbar1[ ba:]I 〈telbaar zelfstandig naamwoord〉1 langwerpig stuk 〈van hard materiaal〉 ⇒ staaf, stang; baar, staaf; reep; 〈sport〉 lat2 afgrendelend iets ⇒ tralie; grendel; slagboom, afsluitboom; 〈figuurlijk〉 obstakel, hindernis3 drempel 〈in rivier, zee〉 ⇒ ondiepte, (zand)bank4 streep ⇒ balk 〈op wapen, onderscheidingsteken〉5 bar 〈ook als lokaal〉 ⇒ buffet6 〈Brits-Engels〉ruimte voor niet-leden in parlement7 〈muziek〉maat(streep)8 〈techniek, technologie〉bar 〈drukeenheid〉♦voorbeelden:1 bar of chocolate • reep chocolabar of gold • baar goudbar of soap • stuk zeep2 be put behind bars • achter (de) tralies gezet worden4 a medal with a bar on the ribbon • een medaille met een balk/gesp op het lint→ horizontalhorizontal/, parallelparallel/II 〈telbaar en niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉1 balie 〈van rechtbank〉 ⇒ 〈bij uitbreiding〉 gerecht, rechtbank; 〈figuurlijk〉 oordeel2 〈juridisch〉exceptie♦voorbeelden:1 the bar of conscience • het oordeel van het gewetenbe tried at (the) bar • in openbare terechtzitting berecht wordenIII 〈zelfstandig naamwoord; meestal Bar; the; werkwoord enkelvoud of meervoud〉1 advocatuur ⇒ balie, advocatenstand; 〈Amerikaans-Engels〉 orde der juristen♦voorbeelden:1 read/study for the Bar • voor advocaat studeren¶ be called/go to the Bar • als advocaat toegelaten worden————————bar2〈werkwoord; barred〉1 vergrendelen ⇒ afsluiten2 opsluiten ⇒ insluiten3 versperren 〈ook figuurlijk〉 ⇒ verhinderen4 verbieden5 〈meestal passief〉strepen♦voorbeelden:2 bar oneself in/out • zichzelf binnen/buitensluiten4 bar someone from participation • iemand de deelneming verbieden5 the flag is barred in red and white • de vlag heeft rode en witte strepen————————bar3, barring[ ba:ring] 〈voorzetsel〉1 behalve ⇒ uitgezonderd♦voorbeelden:1 bar very bad weather • tenzij het zeer slecht weer isall bar one • alle(n) op één nabar none • zonder uitzondering
English-Dutch dictionary. 2013.